Afgelopen week brachten drie jonge mannen met hun vondsten in het kanaal Brussel-Charleroi het onderzoek naar de bende van Nijvel, en meer bepaald de zoektocht naar bewijsmateriaal, in een stroomversnelling. De manier waarop ze deze vondsten boven water haalden, zorgde ervoor dat magneetvissen als hobby plotseling een hot topic was voor de media. Jammer genoeg bleek al snel dat de initiële positieve berichtgeving over magneetvissen plaats moest maken voor de negatieve keerzijde aan dit verhaal. Zo lieten de magneetvissers, ifv de premie die Delhaize ooit uitloofde voor de gouden tip, het niet enkel na om de politie op de hoogte te brengen van hun vondsten (munitie) maar beschikten ze eveneens niet over een erkenning, afgeleverd door het agentschap onroerend erfgoed waardoor ze eventuele archeologische vondsten niet kunnen melden. Het agentschap zou hieruit kunnen afleiden dat deze mannen doelbewust vondsten willen verbergen met vervolging tot gevolg.
Het argument van de jonge mannen dat een dergelijke erkenning niet aan de orde is omdat ze niet gericht op zoek gaan naar historische artefacten raakt kan noch wal.
Als strandzoeker ga ik eveneens niet op zoek naar historische artefacten maar de kans bestaat wel dat ik tijdens één van mijn zoektochten per toeval een historisch artefact opgraaf. Zo vernam ik reeds van een collega strandzoeker dat de kans bestaat dat je zelfs op sommige plaatsen aan de Belgische kust historische artefacten (bijvoorbeeld: Romeinse munten) kan vinden. Het niet alleen goed kunnen bewaren van dergelijke vondsten maar ze ook correct melden is een must, dit vooral om te vermijden dat de hobby’s magneetvissen en metaaldetectie niet in een negatief daglicht komen te staan.
Hoe je een erkenning kan aanvragen kan je nalezen op de site van het agentschap onroerend erfgoed.
Voor meer informatie omtrent magneetvissen kan je terecht op de website Blankenbergse strandvondsten.