METAALDETECTOR:
Een metaaldetector is ontworpen om metalen voorwerpen op te sporen. Een metaaldetector kan deze voorwerpen localiseren omwille van het natuurkundige principe van elektromagnetische inductie alsook het ontstaan van wervelstormen.
Reeds in de 19de eeuw ontwikkelde men kennis en inzichten op vlak van metaaldetectie. Het was Alexander Graham Bell, ook wel bekend als de uitvinder van de telefoon, die er in slaagde om in 1881 een eerste, eerder eenvoudige metaaldetector te ontwikkelen. Deze metaaldetector werd gebruikt om een kogel terug te vinden in het stoffelijk overschot van de vermoorde Amerikaanse president James Garfield. Hij was de tweede Amerikaanse president die vermoord werd. Zijn ambstermijn was één van kortste in de recente geschiedenis, namelijk zes maanden en vijftien dagen. Van een draagbare metaaldetector was er toen nog geen sprake.
Het was de Eerste Wereldoorlog, die naast heel wat andere technologische ontwikkelingen, ook verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van een eerste bruikbare metaaldetector.
In 1931 nam de Duits-Amerikaans ingenieur Gerhard Fisher een patent op een draagbare versie. Hij had deze detector in eerste instantie ontworpen om metaalertsen te kunnen opsporen. Het werd echter snel duidelijk dat de door Fisher ontwikkelde metaaldetector tevens een belangrijke meerwaarde vormde voor defensie. In de Tweede Wereldoorlog werd de draagbare metaaldetector bijgevolg veelvuldig ingezet voor het opsporen van mijnen.
De huidige metaaldetectors kunnen bijna alle metalen opsporen met daarbij vooral aandacht voor metalen die werden gebruikt voor munten en allerhande andere gebruiksvoorwerpen.
Het is belangrijk dat je goed nadenkt voor je overgaat tot het aanschaffen van een metaaldetector. Vooreerst dien je te beslissen op welke ondergrond je wil gaan zoeken: strand (nat of zacht gedeelte) of akker.
Informeer je vervolgens zoveel als mogelijk via verschillende kanalen.
Leg je oor ook zeker eens te luister bij een ervaren zoeker.
Kan je niet onmiddellijk beslissen welke je favoriete ondergrond zal worden, ga dan voor een all-round metaaldetector van een gekend merk.
Let wel op het gewicht van de detector die je wenst aan te schaffen.
Bepaal vervolgens je budget.
Een detector aanschaffen van minder dan 150 euro lijkt mij uit den boze. Een val waar ik namelijk zelf ook in trapte.
Goedkopere metaaldetectors zitten vaak slecht in elkaar met alle gevolgen van dien voor het dieptebereik en de discriminatiestand.
Eens je een detector hebt aangeschaft is het noodzakelijk dat je de werking ervan leert kennen. Verwacht je niet onmiddellijk aan grote vondsten maar bereid je voor om in eerste instantie veel afval en vuilnis op te graven. Eens je de verschillende tonen leert kennen gaat dit vanzelf minderen al blijft het opgraven van vuilnis noodzakelijk om geen kostbaarheden te missen.
Zet uw discriminatie nooit te hoog maar laat dit afhangen van de vervuiling van de grond.
Leer de tonen van de vondsten te herkennen. Je kan dit doen adhv van het zogenaamde bench testing maar je leert naar mijn aanvoelen het best en snelst op het terrein zelf. Dit vraagt echter tijd en doorzettingsvermogen.
Voel je je nog onervaren, onzeker en wil je niet teveel in de kijker lopen bij je eerste zoektochten, zoek dan een rustige plek om te starten met de hobby.
ZOEKTECHNIEKEN:
Leer je detector op een goede manier hanteren.
Terwijl je het terrein afzoekt zwaai je je detector heen en weer. Hierbij moet je de schijf zoveel als mogelijk evenwijdig houden met de ondergrond (ongeveer tussen de 0 en 2 cm).
Een fout die beginners vaak maken is het optillen van de detector op het einde van een zwaai waardoor je onbewust vondsten kan missen.
Zorg er tevens voor dat elke zwaai de vorige overlapt en hou je zwaaisnelheid onder controle. Het te snel heen en weer zwaaien van de detector kan er opnieuw voor zorgen dat je vondsten mist.
Om zeker te zijn dat je geen plekje mist zoek je het terrein best in een rastervorm af.
Op het zachte en natte zand maak ik gebruik van een schop die een lijn trekt door het zand waardoor ik perfect een raster kan maken.
Neem ook altijd reservebatterijen mee op het terrein. Je wil tijdens een goede speurtocht zeker niet geconfronteerd worden met een lege batterij waardoor je het zoeken noodgedwongen vroegtijdig moet staken.
ZOEKEN OP HET STRAND:
Strandzoeken is behoorlijk populair. Ook in Blankenberge zal je op een mooie zomeravond verschillende zoekers tegenkomen. Er is bijgevolg concurrentie en dan is het belangrijk om de anderen voor te zijn. Hiermee wil ik niet zeggen dat je letterlijk sneller moet zijn dan de anderen. Je moet er naar mijn aanvoelen vooral voor zorgen dat je kennis van het terrein beter is.
Zorg dus in eerste instantie dat je het strand, de personen die er actief zijn (vb. redders, eigenaars van strandsuitbatingen), ijsverkopers…, de bezoekers en meer specifiek hun gedragingen kent of leert kennen.
Personen die dagdagelijks actief zijn op strand zoals eigenaars van stranduitbatingen hebben vaak een onschatbare waarde aan informatie en kunnen je bijgevolg vaak in de goede richting sturen maar wees voorzichtig want je kan niet zomaar zoeken op een stranduitbating. De eigenaar zal je tijdens de openingsuren zeker wegsturen om het storen van zijn klanten te vermijden.
De meeste zoekers zijn echter ofwel ’s morgens vroeg of ’s avonds laat op het strand te vinden wanneer de meeste strandbezoekers al verdwenen zijn.
Leer ook de de favoriete ligplekken van de strandbezoekers kennen. Vaak is er een patroon te herkennen.
Ondanks een goede terreinkennis zal je nog steeds meters moeten maken om je kans op een groot aantal vondsten te verhogen.
Neem het opgegraven vuilnis steeds mee. Zo vermijd je dat je het zelf twee keer opgraaft, help je de natuur een handje en maak je bijvoorbeeld eigenaars van stranduitbatingen alsook redders blij.
Bepaalde metalen zoals lood, koper… neem je beter mee naar huis. Zo ga ik op het einde van het seizoen steevast met deze metalen naar de ijzerhandelaar. Je zal aangenaam verrast zijn van wat een aantal kilo’s gevonden visserslood waard kunnen zijn.
Vul je gemaakte putjes ook steeds weer op. Zo vermijd je dat mensen zich kwetsen.
Soms dien je relatief diepe putten te maken. Hoe diep je moet graven is vaak afhankelijk van de grootte van het voorwerp. Een groot voorwerp zal je detector relatief diep kunnen localiseren. Een klein voorwerp dan weer niet.
Zo zal je op het strand merken dat blikjes op een behoorlijke diepte nog een mooi signaal geven.
Op het zachte gedeelte van het strand discrimineer je best harder omdat er zeker tijdens drukke zomerdagen veel vuilnis ligt.
Op het natte gedeelte of harde zand graaf je dan best weer elk signaal op daar de vervuiling er veel minder is.
Op het zachte gedeelte van het strand vind je hoofdzakelijk onderstaande zaken:
- Euro munten
- Belgische franken
- Speelgoed (auto’s, schopjes…)
- Mobiele telefoons
- Zonnebrillen
- Visserslood
Op het natte gedeelte vind je dan weer vooral onderstaande zaken:
- Sieraden
- Ringen
- Euro munten
- Belgische franken
- Kogels
- Visserslood
- Koper
Zoals eerder aangegeven vind je echter ook veel vuilnis:
- Treklipjes
- Blikjes
- Flugel dopjes of dopjes van flessen sterke drank
- Kroonkurken
- Aluminiumfolie
- …
ACCESSOIRES VOOR DE STRANDZOEKER:
Voor het zoeken op het strand zijn verschillende accessoires zoals hoofdtelefoons, schopjes, pinpointers… beschikbaar.
Laat je niet te snel verleiden om zaken aan te kopen die eigenlijk geen meerwaarde betekenen.
Volgende zaken zijn echter noodzakelijk:
Een schop
Zelf maak ik op het zachte gedeelte gebruik van een ijzeren speelgoedschop.
Deze kan je aanschaffen in iedere speelgoedwinkel op de zeedijk. Velen zullen zeggen dat dit niet ‘professioneel’ is maar mijn ervaringen ermee zijn zeer positief.
Deze schoppen zijn licht, slijten traag en zijn goedkoop in aankoop.
Zorg wel dat je een exemplaar aanschaft waarvan de steel tot op heuphoogte komt.
Op het natte gedeelte van het strand maak ik gebruik van een spade (damesmodel). Ook hier opteerde ik niet voor een ‘professionele’ schop en moest ik opnieuw vaststellen dat een spade op het natte gedeelte het best functioneerde.
Handschopjes met gaatjes in of waadscheppen zijn niet meer aan mij besteed.
Ze zijn enerzijds niet goedkoop en bieden naar mijn aanvoelen niet echt een meerwaarde.
Desalniettemin liet ik mij in eerste instantie ook verleiden en kocht ik onderstaande zandschep van Garrett aan. Een schep die ik toch op heden zelden tot nooit heb gebruikt.
Ik schafte mij eveneens een Garrett Edge Digger aan die ik hoofdzakelijk gebruik om te graven in de duinen en bossen. Een Edge Digger maakt het graven makkelijker daar de ondergrond er veelal uit wortels bestaat. Ik maak dan ook veel gebruik van dit accessoire als ik op die plaatsen ga zoeken.
Hoofdtelefoon
Een hoofdtelefoon is absoluut noodzakelijk, zeker op een drukbezocht strand.
Door gebruik te maken van een hoofdtelefoon gaan je batterijen niet alleen langer mee, maar kan je een pak geconcentreerder werken zodoende je kleine signalen zeker niet mist.
Pinpointer
Ik schafte mijzelf de pinpointer van Garrett aan maar moet eigenlijk na twee jaar vaststellen dat ik hem nauwelijks gebruik daar ik via het pinpoint systeem van de detector het voorworp al snel kan localiseren.
Beschermhoes voor de detector
Een beschermoes plaatsen op het meest kwetsbare gedeelte van je detector lijkt mij noodzakelijk.
Op die manier hoef je het strand niet bij de minste regenbui te verlaten.
Een rugzak
Om enerzijds het vuilnis en anderzijds je vondsten in op te bergen.
ZOEKEN OP EEN AKKER:
Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat mijn zoekervaring op akkers of in bossen eerder beperkt is. Ondanks dat ik de historie van de poldergronden tussen Blankenberge en het binnenland al uitgebreid bestudeerde, ging ik er maar beperkt zoeken.
De eigenaars zoeken van de gronden, toestemming vragen… vind ik vaak te omslachtig. Ik hou er eerder van om met de fiets naar het strand te rijden en onmiddellijk te beginnen. Desalniettemin wens ik toch wat tips mee te geven. Opnieuw is terreinkennis essentieel alvorens je actief het terrein gaat betreden. Leer de geschiedenis van het terrein kennen.
Praat met de boeren want zij kennen doorgaans de geschiedenis van hun gronden goed Ga ook na waar zich vroeger dorpen of nederzettingen bevonden en dan in het bijzonder hun stortplaatsen. Let hiervoor op verstoringen in het landschap: bijvoorbeeld puinresten, scherven…
Misschien liggen er ook oude handelswegen in de buurt waarlangs je kan zoeken.
Mogelijks waren tijdens de beide wereldoorlogen Duitsers of Geallieerden gestationeerd in je stad of omgeving?
Kortom veel om te onderzoeken.
Voor de verkenning van mijn regio deed ik een beroep op de kennis van ouderen (heemkundige kring), boeren, historische boeken en de kaart van Ferraris.
Zo vond ik bijvoorbeeld een verloren gegaan dorp en leerde ik dat er tijdens WO II er in Blankenberge een militair vliegveld was.